top of page
Zoeken
  • Jur Heijnen voor La Cadena 76, 2002

Rodolfo Biagi (1906-1969) en zijn betoverde handen


Rodolfo Biagi (1906-1969)

Er is geen tango orkest waarover ik mijn mening zo vaak heb bijgesteld als dat van Rodolfo Biagi. Ik werd lastig gevallen met hakkelige en nerveuze muziek. De accenten van Biagi liggen niet op de gebruikelijke 1st of 3de tel maar verrassend op de 2de en 4de tel.

Ik kon die muziek niet uitschakelen tijdens de les en was steeds met de maatvoering in de war. (Er wordt gesproken van de King of off Beat, red.) Ik heb jaren moeten wennen.

Biagi’s pianospel is fris en onvoorspelbaar. Fris omdat het goed gehumeurd klinkt en onvoorspelbaar door zijn onverwachte accenten.

Al vroeg

Rodolfo wil zich na de lagere school, tegen de zin van zijn ouders, toeleggen op muziek. Ze sluiten een deal: zijn ouders bekostigen zijn instrument als hij zijn school afmaakt.

Hij volgt zijn opleiding bij de muziekschool van dagblad El Prensa, begint met viool maar tijdens de studie stapt hij over naar de piano.

In de bioscoop

Op dertienjarige leeftijd debuteert Rodolfo Biagi, zonder medeweten van zijn ouders, in de bioscoop met het begeleiden van stomme films. Hij wordt opgemerkt door Maestro Juan Maglio, die op het hoogtepunt van zijn roem verkeert.

Diep onder de indruk van Biagi, nodigt hij hem op vijftienjarige leeftijd uit om in zijn orkest te spelen. Biagi blijft vijf jaar.

Biagi speelt met zijn betoverde handen Cruz Diablo in 1927

In 1927 neemt Biagi zijn eerste plaat op, met twee pianosolo’s: de tango Cruz Diablo en El Carreton. Net als de groten van de jaren veertig speelt Biagi in de jaren twintig en dertig bij verschillende orkesten, onder andere in het orkest van Miguel Orlando in cabaret Maïpú Pigall.

Indiferencia, gecomponeerd door Rodolfo Biagi en Juan Carlos Thorry

Gardel

José Razzano vraagt Biagi om Gardel te begeleiden en op 1 april 1930 neemt hij met Gardel vijf nummers op; drie tango’s Viejo Smoking, Aquellas farras en Buenos Aires, de wals Aromas de El Cairo en de foxtrot Yo seré para ti, tu veras para mi.

Als Gardel aan Biagi vraagt mee te gaan op tournee in Spanje slaat hij dit af. Biagi stapt over naar het orkest van Juan Bautista Guido en speelt ook in het orkest van Juan Canaro (de jongere broer van Francisco Canaro), waarmee hij op tournee gaat door Brazilië. Daar ontmoet hij Juan Carlos Thorry met wie hij de beroemde tango Indiferencia componeert. Na de tour stopt hij een aantal jaren met spelen.

Juan d'Arienzo speelt El Flete, met Biagi aan de piano

Korte, maar cruciale samenwerking met Juan d'Arienzo

Biagi’s vaste club was Cabaret Chantecler waar violist en vriend Juan D’Arienzo met zijn orkest de muziek verzorgde. Lidia Fasoli was de pianist van D’Arienzo. Lidia kwam echter vaak te laat opdagen. In 1935 besluit d’Arienzo Lidia te vervangen door Biagi. Hoewel de samenwerking maar enkele jaren duurt, blijkt dit een turning point voor de tango.

In de jaren die volgen wordt de maatvoering van de muziek teruggebogen van vier-achtste naar tweekwart, zoals in de oude primitieve tango’s. Het snellere tempo bevorderde vooral de dansbaarheid. D’Arienzo zette met Biagi de toon voor de grote orkesten van de jaren veertig en gaven de muziek de kans om populair te worden bij jonge dansers. Als dans was de tango op dat moment een protserige soort gymnastiek en sprak ze maar weinigen aan. In een sneltreinvaart ontwikkelde de dans zich en groeide het aantal dansers naar de grote populaties van vroege veertiger jaren.

(Na een pianosolo was Biagi gaan buigen voor het enthousiaste publiek. d’Arienzo was daar zo verbolgen over, dat hij Biagi zei: 'Ik ben hier de ster, je bent ontslagen!', red.)

Golgota, gecomponeerd en gespeeld door Biagi 1938

Zelfstandig verder

In 1938 bezegelt Biagi zijn succes met een eigen orkest. Het debuut is op 16 september in Cabaret Marabú. Het repertoire is doorspekt met bekende tango’s gespeeld volgens Biagi’s eigen muzikale ideeën en nieuwe composities zoals Golgota. In deze periode is zijn muziek simpel maar uitdagend om op te dansen. Hij kreeg de bijnaam Manos Brujas (betoverde handen), naar de foxtrot waarmee Biagi zijn shows bij Radio Belgrado opende.

Van 1938 tot 1944 speelt het orkest vooral ritmisch en de invloed van d’Arienzo is goed hoorbaar. Dan buigt het orkest af naar een rustiger stijl die meer lijkt op de stijl van Carlos di Sarli. Tussen 1945 en 1950 zijn vele orkesten in het drijfzand van vernieuwingen weggezakt.

Biagi speelt La Viruta

Stijlwisseling

Biagi redt zijn orkest door een eigen geluid neer te zetten. In 1948 neemt hij een geweldige uitvoering van La Viruta op en stapt de nieuwe tijd in. Zijn karakteristieke tempo hoor je alleen nog in de solo’s en slotakkoorden. Het verschil van klank is zó groot dat je kunt spreken van van de vroege en de late Biagi.

Hij was geen grootse begeleider van zangers. Zijn relatief eenvoudige arrangementen hebben meestal te weinig draagkracht om hen volledig ten dienste te zijn.

Biagi’s laatste optreden was op 2 augustus 1969 in de Hurlingham Club. Een maand later sterft hij doordat zijn bloeddruk plotseling wegvalt. We zullen nog veel van zijn onverwachte accenten missen maar altijd blijven genieten van de betoverde handen.

Bronnen

Artikelen van de site van Todo Tango en ‘Estudio de la discografia de Rodolfo Biagi van S.Nicolas lefcovich, 1982. Met dank aan Rob Dommerholt.

0 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page